e
We hebben de storm weer overleefd. Sinds de kas in de tuin staat, wordt ik wat nerveus van alles boven windkracht zeven. Stormen weten namelijk haarfijn de vinger achter ontwerpfouten, achterstallig onderhoud en achteloos rondslingerende voorwerpen te krijgen.
De storm van afgelopen weekend was nummer acht sinds de bouw van de kas in de zomers van 2013. Het was mijn eerste wat grotere bouwproject. Ik heb lang over het ontwerp nagedacht. De afmetingen en locatie stonden vast: een hoek van drie bij zeven meter schuin achter de schuur, waar de vorige eigenaren van ons huis alvast de fundamenten voor een nooit voltooid project hadden gestort. Om vergunningsvrij te bouwen ligt de nokhoogte beneden de drie meter.
Met die afmetingen in mijn hoofd zocht ik naar een mooi en functioneel ontwerp. Het werd een dubbele gebroken kap, een variant op wat in bouwtermen wel een mansardedak wordt genoemd. Waarom er per se een dubbele knik in moest weet ik niet meer. Het zal wel voor de mooi geweest zijn in combinatie met de architectuur van onze woning. Achteraf kwam ik nog iets tegen over ideale hellingshoeken van het glas ten opzichte van de zon. Twee rechte wandjes en een zadeldak was een stuk praktische geweest, maar het oog wil ook wat.
Met die dubbele knik leek het me geen goed idee de stijlen het hele gewicht van de kas te laten dragen. De stijlen zijn daarom over een houten geraamte gelegd, dat het gewicht verdeeld en de windbelasting opvangt. Dit geraamte is opgebouwd uit verlijmde panlatten, die op de hoekverbindingen precies in elkaar grijpen. Om de windbelasting op de kopse kant op te vangen heb ik enkele schoren van staaldraad aangebracht.
De hardhouten stijlen en het glas wist ik bij een kweker in de buurt voor een schappelijke prijs op de kop te tikken. De belangrijkste tip die ik van hem meekreeg: zorg dat het glas los in de sponningen zit. Er zit altijd wel iets beweging in zo’n kas en als het glas niet mee kan bewegen gaat het barsten.
Andere wijsheid: zorg dat bij harde wind een raam op een kier staat, zodat je bij een stevige windvlaag een niet te groot verschil in luchtdruk tussen buiten en binnen de kas krijgt. Derde tip: zorg voor voldoende luchtramen, zodat je een overschot aan warme in de zomer kwijt kan. Die tip heb ik iets te grondig ter harte genomen. De acht luchtramen uit mijn oorspronkelijk ontwerp zijn er zeker vier te veel. Bovendien bleken juist die luchtramen een slecht doordacht onderdeel van mijn ontwerp.
Begin oktober 2013 had ik ze eindelijk alle acht er in en was de kas klaar. De zware storm van 28 oktober 2013 blies ze er net zo hard weer uit. En sindsdien blijft het klooien met die luchtramen. Elke storm sneuvelt er wel wat en elk voorjaar repareer ik de boel weer. Soms provisorisch, soms wat grondiger, maar uiteindelijk blijft het geklooi. Een paar weken geleden heb ik nog drie luchtramen vervangen door vaste ruiten. Deze hebben de afgelopen storm glansrijk doorstaan, net als de rest van de kas.
Het basisontwerp is robuust en flexbel genoeg. Tijdens menig windvlaag zag ik mijn mansardekap meegolven met de wind. Niet gek voor een eerste bouwproject, dat hoofdzakelijk uit hergebruikte materialen is opgetrokken. Wat ook helpt is dat we redelijk in de luwte staan voor alles wat uit het zuidwesten komt. Bij een noordwester krijgen we echter de volle lading.
Bij de bouw hield ik rekening met een levenduur van minimaal tien jaar. Nu hoop ik dat ik de kas in zijn huidige staat nog twee jaar vooruit kan. Het hout van de stijlen gaan sneller achteruit dan ik had gehoopt. In de winter vangt de kas veel schaduw en krijgt het hout amper de kans te drogen. Het panlatten geraamte aan de binnenkant houdt zich aardig. Behalve waar het veel gelekt heeft en dat is precies op de plek van al die ellendige luchtramen.