Voorjaar

En dan opeens is het voorjaar. Het groen schiet de grond uit. Bloesem knalt open. Er bloeit nog niet zoveel, maar toch vond één van de boompjes op de nieuwe tuin het nodig om uitbundig te gaan bloeien. Ik kon niet direct zien wat voor boompje het is. `Ik dacht even een krent,  die zijn er ook vaak vroeg bij, maar daarvoor lijken me de bloemblaadjes wat te rond. Wie het weet mag het zeggen.

Er is een hoop gebeurd de afgelopen weken. We hebben de wilg geknot en van de tenen moest natuurlijk een hut gebouwd. Met een beetje mazzel slaan de tenen aan en groeit de hut lekker dicht.

Er moest natuurlijk een hut gebouwd worden

Gespreid bedje

De bedden van slootmaaisel die we in januari hebben gemaakt, hebben deels hun werk gedaan. Na een week of acht is het grootste deel van de grasmat onder de bedden vergaan. Niet overal natuurlijk. Op plekken waar de strooilaag net iets minder dik was, prikken het speenkruid en enkele verdwaalde graspollen door de mulch. Het resultaat is naar mijn idee voldoende om er uien en aardappels in te zetten. In de half vergane zode prikken we met een stok een ondiep pootgat en daar verdwijnen de vroege aardappels  en plantuitjes in. Het geheel dekken we weer af met de laag slootmaaisel die we er net van af hebben geschoven.

Tegen mei zullen de eerste aardappel- en uienspruiten door de mulchlaag heen komen. Gedurende het voorjaar en de zomer vergaat de mulchlaag steeds verder en zullen de laag aanvullen met een nieuwe laag gemaaide ruigte. Op deze manier ontstaat een mooie, kruimige bodem onder de mulchlaag met, naar we hopen, een redelijke oogst aardappelen en uien.

Dit seizoen gaat het vooral om het vormen van een mooie losse bodem, zonder frezen en spitten.  De bodembiologie heeft tijd nodig om zijn werk te doen.

Onder de mulch van slootmaaisel is de zode aardig vergaan

Deze manier van aardappels verbouwen zonder ruggen of spitwerk is een  variant op de zogenaamde Ruth Stout methode. Deze Amerikaanse dame was een van de pioniers van het tuinieren zonder spitten met behulp van permanente mulchlagen.  Zij zaaide rechtstreeks op een onbewerkte bodem en dekte deze vervolgens af met een dikke laag oud hooi.

In 2018 heb ik met de aardappelen voor het eerst met deze methode ge-experimenteerd. In plaats van hooi gebruikte ik stro. De resultaten waren gemengd. De planten deden het uitstekend, ondanks een record droogte. Onder de mulchlaag kwam prachtige grond te voorschijn, maar de oogst viel tegen.

Sindsdien ben ik verder gaan experimenteren, met wisselende resultaten. In plaats van op de grond, zoals Stout adviseerde, plant ik de aardappels net in de grond. Ik heb de indruk dat de knollen dan net wat beter tot ontwikkeling komen. Het type mulch is ook van belang. Het diverser, hoe beter. Compost is prima, versnipperd heggesnoeisel werkt ook prima, net als een dikke laag gemaaid gras. Of een combinatie van deze.

Ongestoorde bodem

Houtige mulch, zoals heggesnoeisel, bevordert de vorming van schimmels en deze schimmels zijn cruciaal op de plant te voorzien van de nodige voedingsstoffen. De plant wisselt met de schimmels suikers voor de nodige mineralen, die de schimmels met hun netwerk van ondergrondse draden uit de wijde omgeving kunnen halen. Dit fenomeen heet mycorrhiza associatie en krijgt de laatste tijd steeds meer aandacht. Zoveel aandacht zelfs dat fabrikanten verzonnen hebben om deze schimmel in een potje te stoppen, dat je voor veel geld kan kopen en bij je planten strooien.

Dikke onzin, als het mij vraagt. Mycorrhiza ontstaat vanzelf als de omstandigheden gunstig zijn. Schimmelsporen zijn overal aanwezig. Geef een schimmel de goede omstandigheden en hij gaat groeien. Ongestoorde bodems in combinatie met houtige mulch zijn naar mijn ervaring een uitstekende uitnodiging voor de vorming van mycorrhiza netwerken. Intensief spitten helpt deze associatie om zeep. Vandaar dat ik de bodem het liefst zo min mogelijk verstoor.

Karton en compost

Het nadeel van slootmaaisel is dat het nogal grof kan zijn. Aardappels kunnen dat wel hebben, maar voor de schare tuinbonen, peultjes en broccoli en ander spul dat voorgekweekt in de kas staat te wachten  om uitgeplant te worden is het toch wat te grof. Daarvoor werkt een andere niet-spit methode prima. Deze werkt met een combinatie van karton en compost. Je legt een laag karton rechtstreeks op het  gras en over die laag karton gaat een laag van  minimaal tien centimeter compost. Vervolgens kan je voorgekweekte planten rechtstreeks in de compost uitplanten.

Afgelopen zaterdag legden we op deze manier een eerste compostbed aan. Tussen de hagelbuien door deden we ons best het karton niet te laten wegwaaien in de stevige maartse bries.

 

 

 

 

 

 

Appeloogst

Groninger Kroon

Aan de rand van de moestuin staan twee appelbomen. Een Reinette van Ekenstein en een Groninger Kroon. Ze staan daar op een verschikkelijk onhandige plek. We hebben ze daar in 2010 geplant toen we ons huis net gekocht hadden.  Ik wist toen nog niet zo goed waar ik in de tuin mee bezig was en beschouw ze als stille getuigen van mijn eigen onwetendheid.

Deze boompjes hebben mij veel geleerd. Over snoeien, over spoorvorming, waterloten, vruchtzetting en nog veel meer. Tussen die twee bomen ligt een ronde zwerfkei en daaronder ligt Pluis, een beruchte zwarte kater, die we in 2015 na een lang en niet zo arbeidszaam leven hebben laten inslapen.

Bomen zijn intelligente wezens. Bomenknuffelaars wisten dat al en nu is de wetenschap daar recent ook achter gekomen. Bomen staan met elkaar in contact via een uitgebreid ondergronds netwerk van schimmeldraden, die op hun beurt weer verbonden zijn met de boomwortels. Zoek eens op mycorrhiza en er gaat een wereld voor je open.

Via dit ondergronds netwerk wordt vanalles geruild, uitgewisseld en besproken. Suikers voor mineralen, water voor de laatste buurtroddels, stikstof voor fosfor, etc, etc. Het VPRO-programma Tegenlicht maakte hier afgelopen zondag een mooie aflevering over.

De twee appelbomen kunnen het uitstekend met elkaar vinden. Als de een een beurtjaar heeft is de ander productief en omgekeerd. Het lijkt wel afgesproken werk, zo regelmatig is het patroon. Ieder jaar weeg ik de alles wat er uit de tuin komt. Ook de appeloogst.

Dit jaar was de Groninger Kroon aan de beurt en had de Reinette van Ekenstein een beurtjaar. Zeven kilo gaf de weegschaal aan. Dat is niet veel voor een boom die in een eerder productief jaar al boven de 20 kilo gaf.  Zouden ze ruzie met elkaar hebben? Hebben ze besloten dit jaar in staking te gaan uit protest tegen twee extreem droge zomers op rij?

De Reinette van Ekenstein had vanaf het begin van de zomer wat last van meeldauw; een teken van stress. De Groninger Kroon stond de hele zomer lang te blaken van gezondheid. Met de appels die we plukken is niks mis. Er zitten zelfs flink grote tussen. Ik weet het niet. Wie het weet mag het zeggen.

 

 

 

 

Paddestoelen en herfstbladeren

Het is herfst vinden de bomen en ze laten hun bladeren vallen. Als ik naar de kalender kijk kan ik ze geen ongelijk geven. Het voelt nog volop zomer terwijl ik de laatste tomaten in de kas pluk. De regenton is leeg. Best gek voor half oktober.

Toch is het echt herfst vinden ook de paddestoelen die her en der in de moestuin de kop op steken. Ik word gelukkig van paddestoelen. Die groeien alleen als ze iets te eten hebben, zoals afgevallen bladeren, vermolmd hout of heggeknipsels. Organisch materiaal, dat ze infiltreren met hun onderaardse schimmeldraden, afbreken en omzetten in voedsel. Voedsel voor die mooie paddestoel, maar ook voor de planten in de tuin. Planten en schimmels werken graag samen. Ze wisselen suikers en mineralen met elkaar uit en worden daar beide beter van; mycorrhiza wordt deze samenwerking genoemd. Lees de post wederzijdse hulp als je hier meer van wilt weten.

Bodemleven

Paddestoelen in de moestuin zijn voor mij een teken dat het goed gaat met de bodem. Die bodem is geen dooie bak met klei, maar een levend wezen dat plaats biedt aan een gigantisch web van bacteriën, schimmels, amoebes, mijten, spinnetjes, wormen en noem maar op. Dit web zorgt er voor dat organisch materiaal wordt afgebroken tot de mineralen die planten nodig hebben om te kunnen groeien. Het bodemleven is de grote recycle-machine van moeder natuur en het bodemleven heeft honger.

Gelukkig is er in de herfst volop te eten. Met bakken tegelijk dondert het organisch materiaal van de bomen: feesttijd voor de microben! Hoe gelukkiger de microben, hoe gelukkiger de moestuinier en hoe groter de bodemvruchtbaarheid.

Twee gangen diner voor de microben

De tuin is leeg, op de prei na, en wacht onder een bedje van stro op de winter

Om het bodemleven gelukkig te houden ben ik gestopt met het omspitten van de tuin in het najaar en in het voorjaar. Ik maak alleen de bovenlaag even licht los met de cultivator en hark het onkruid uit de tuin. Daarna krijgt het bodemleven een twee gangen diner dat bestaat uit een laagje ruwe compost gevolgd door een flinke laag stro of gevallen bladeren. De compost voedt het bodemleven en de mulchlaag van stro of bladeren beschermt de bodem in de herfst en winter tegen het dichtslaan door de regen en het uitspoelen van mineralen.

Bladaarde

Herfstbladeren kan je ook gebruiken om bladaarde van te maken. Dat is compost die voornamelijk bestaat uit de half vergane overblijfselen van  bladeren.  Het lijkt een beetje op potgrond. Bladaarde ontstaat vanzelf als je een hoop bladeren in een hoekje van de tuin langzaam laat vergaan. Je kan het ook maken door een lege potgrond of compostzak te vullen met bladeren en wat gaten in de zak te prikken. De bladeren moeten wel een beetje vochtig zijn, dus als het erg droog is een flinke scheut water toevoegen. Jaartje wachten en je hebt nieuwe aarde. Mirakels.

Wederzijdse hulp

Pjotr Kropotkin
Pjotr Kropotkin, foto PD – US

En daar is ie dan eindelijk, mijn grote vriend Kropotkin! Pjotr Kropotkin, prins, revolutionair, anarchistisch theoreticus, geograaf en ontdekkingsreiziger. Voorwaar, een tegendraadse man met tegendraadse ideeën. Zijn meest tegendraadse idee is misschien wel het idee van wederzijdse hulp als drijvende kracht in de natuur en in de samenleving.

In de natuur heerst het recht van de sterkste. Survival of the fitest. Daar krijg je evolutie en mooie vinken van. Dit Darwinistische beeld bepaalt nog steeds hoe de meeste mensen naar de natuur kijken. Onzin! zei Kropotkin. Niet de strijd van allen tegen allen, maar wederzijdse hulp is de dominante factor in de natuur. Een fantastisch en radicaal idee over de natuur, dat ook aan de basis staat van Kropotkins ideeën over de menselijke samenleving.

Mycorrhiza: symbiose van schimmel en plantenwortel

Kropotkin had gelijk met zijn wederzijdse hulp in de natuur en misschien wel op een manier die omvattender is dan hij zelf had kunnen bevroeden.  Sinds enige tijd zijn de mycorrhiza schimmels hipper dan hip in de ecologische landbouw. In het kort komt het hier op neer: overal in de natuur gaan allerlei soorten schimmels een symbiotisch samenwerkingsverband aan met plantenwortels. Dit samenwerkingsverband is zo innig dat de schimmel vergroeit met de celstructuur van de plantenwortel. De schimmel krijgt suikers van de plant. De plant ruilt de suiker voor  schaarse minerale voedingsstoffen zoals fosfor en stikstof en soms ook water. De schimmel kan verder groeien dankzij de suikers, de plant groeit beter dankzij de extra stikstof en fosfor. De ondergrondse schimmeldraden kunnen uitgroeien tot gigantische netwerken. Binnen deze netwerken kunnen ze voor de plant onbereikbare mineralen transporteren. Het bereik van het wortelnetwerk van de plant wordt dus enorm versterkt door de samenwerking met de schimmel, die op zijn beurt veel baat heeft bij de suikers die het hiervoor ontvangt.

Een belangrijke voorwaarde voor het ontstaan van mycorrhiza is een onverstoorde bodem. Zodra je gaat spitten wordt het netwerk van schimmeldraden kapot gemaakt.  Een andere voorwaarde voor het ontstaan van mycorrhiza is een bodem met een goed bodemlevenweb en voldoende toegang tot koolstofrijk organisch materiaal: ruwe compost, stro, schors, houtsnippers, etc.

Deze samenwerking op microbiologische schaal is geen exotische eigenschap van een beperkt aantal soorten, maar een algemeen fenomeen in het plantenrijk. Bijna alle plantensoorten vormen dergelijke samenwerkingsverbanden met schimmels.

Sir Albert Howard, een van de grondleggers van de ecologische landbouw, schreef al in de jaren 40 van de vorige eeuw over de centrale rol die mycorrhiza spelen in de vruchtbaarheid van de bodem en in de natuurlijke resistentie tegen plagen die gewassen hebben die deze samenwerking met schimmels aangaan. Een paar maanden geleden las ik zijn klassieker An Agricultural Testament. Sindsdien zijn voor mij een hele hoop losse eindjes bij elkaar gekomen. Ik miste de cruciale link tussen organisch materiaal, bodemleven en bodemvruchtbaarheid: de anarcho-communistische confederatie van schimmels en plantenwortels in de moestuin, die de bron is van overvloed voor allen. Daarom koken we bij ons dus met Kropotkin!