Compost

composthoop
Groen en bruin matriaal, op zoek naar de ideale mix

Een van de grondleggers van de biologische landbouw is tevens de uitvinder van het composteren. De plantkundige Sir Albert Howard zwaaide in het begin van de vorige eeuw de scepter over een agrarisch proefstation in Brits koloniaal India, waar hij onderzoek deed naar de effecten van humus op de bodemvruchtbaarheid.

De groene revolutie

Howard had een scherp oog voor de natuur en traditionele landbouwmethoden. In Howards visie is bodemvruchtbaarheid de basis voor iedere duurzame vorm van landbouw en de basis voor die bodemvruchtbaarheid is humus. Howard onderzocht de effecten van organische bemesting op allerlei gewassen en begon hij te experimenteren met verschillende methoden om te composteren. Zo stond hij aan de basis van het Indore proces: de methode om plantaardige en dierlijk restmateriaal om te zetten in humus. Deze methode vormt nog steeds overal ter wereld de basis voor de compostering van groene reststromen. Vergeet Wageningen, de echte groene revolutie begon in India.

Composteren kun je leren

Het leuke van composteren is dat het de makkelijkste manier is om zelf een gesloten kringloop te maken. In plaats van je GFT-afval in de groene container te mikken kan je het ook in een hoekje van de tuin composteren. De compost is weer ideale mest voor de tuin. Composteren kan op vele manieren. Youtube staat vol met handleidingen en leuke filmpjes over compost. De basis is altijd hetzelfde: organisch materiaal. De essentie van composteren is het creeren van de ideale omstandigheden voor schimmels en bacterien om organisch materiaal om te zetten in humus. Dat begint met het matriaal dat je wilt composteren. Ideaal is een mix van koolstofrijk en stikstofrijk materiaal. Koolstof zorgt voor de structuur van de compost. Stikstof werkt als een soort Red Bull voor de micro-organismen, die er voor zorgen dat het organisch materiaal wordt omgezet in compost. Verder zijn een beetje vocht en vooral veel zuurstof nodig. Oftewel: mix koolstofrijk en stikstofrijk organisch materiaal met een beetje vocht en veel zuurstof en er ontstaat vanzelf compost. Hoe beter de mix, hoe heftiger het composteringsproces. Bij een optimale mix kan de temperatuur in de composthoop oplopen tot ruim 70°C. Bij een minder optimale mix verloopt de compostering langzamer en is de omzetting van ruw organisch matriaal naar humus minder compleet. De hoge temperatuur helpt om onkruidzaden en ziektekiemen op te ruimen.

Een composthoop bouwen

Een composthoop in de tuin kan je het best opbouwen in laagjes. Eerst wat grove takken zodat er van onder op de hoop voldoende zuurstof de hoop in kan. Dan een laag “bruin” materiaal. Dat is in composttermen al het koolstofrijk matriaal, zoals stro, takken, dode bladeren, zaagsel, etc. Dit matriaal is vaak bruin en droog. Vervolgens een laagje “groen” matriaal. Dat is de slang voor stikstofrijk materiaal zoals pas gemaaid gras, mest, keukenafval, etc. Dit matriaal is vaak groener en vochtiger. Na een laagje groen weer een laagje bruin, enzovoorts. Zo bouw je een luchtige hoop van ongeveer een meter bij een meter. Hoe fijner het matriaal, hoe beter het werkt. Lange of dikke stukken even met een snoeischaar in stukken knippen. Als je de hoop goed hebt opgebouwd is het zelden nodig extra water te geven. Bij een goede mix zal de hoop na een paar dagen op temperatuur komen en binnen een paar weken flink inzakken. Na een week of zes is het tijd om de hoop om te zetten: met een vork meng je alles weer goed door elkaar. Materiaal van de buitenkant van de hoop is minder goed verteerd, dus dat gaat naar binnen en vice versa.

Het lukt niet!

Als het niet lukt, dan ligt dat bijna altijd aan de mix: te veel bruin, te weinig groen, te nat, te droog, te weinig zuurstof, te grof materiaal. Te koud kan ook. Dat zijn de knoppen waar je aan kan draaien. Keer de hoop nog eens om, beetje water er bij of juist wat afdekken bij overvloedige regenval, beetje meer groen matriaal, de boel wat fijner hakken. Ingewikkelder is het niet.

Variaties

Bij een compostvat werkt het proces hetzelfde. Het voordeel van een vat is dat het proces wat meer beschut is. Geen last van regen of uitdroging, geen last van ongedierte. Wij hebben een hoop en een compostvat. De hoop gebruiken we voor het grove werk: snoeiafval, konijnenmest en de resten uit de groentetuin. Het vat gebruiken we voor de keukenresten. We composteren alles wat organisch is en wat niet wordt opgegeten door de kippen en konijnen. De kippen zijn op hun beurt weer dol op compost. In de composthoop wemelt het van de wormen, pissebedden en andere beestjes. In de zomer zitten de kippen er graag in te wroeten en in de winter krijgen ze regelmatig een emmertje verse compost in hun ren. De compost van de hoop is wat grover dan die uit  het vat. Die van de hoop gaat bij ons vooral naar de fruitbomen en bessestruiken. Die uit het vat gaat vormt een belangrijk deel van de bemesting van de moestuin en de kas.

Meer weten?

Lees dan An agricultural testament, van Albert Howard. Inspirerend en nog altijd hyperactueel.

Bemesting

Bordje N-P-K van organische oorsprong, lekker en voedzaam voor de bodem

Afgelopen zondag liep ik met een groene container vol oude schapenmest door het dorp. Mooie, gecomposteerde, oude stalmest. De ultieme bemesting voor iedere moestuin. De mest hebben we opgehaald bij een bevriend stel in het dorp. Zwart goud. Zo moet ongeveer het spul er uit gezien hebben dat eeuwenlang de schrale zandgronden in Drenthe van een beetje vruchtbaarheid voorzag. Schapen graasden op de woeste heide en lieten in de winter hun mest achter op heideplaggen in de schaapskooi. Deze laag mest werd dan in het voorjaar uitgereden op de akkers.

Een mooi systeem dat vraagt om een balans tussen de hoeveelheid weidegrond, akkerland, heide en schapen. Als je het goed doet, bouw je met dit systeem door de eeuwen heen een steeds dikkere bodemlaag op. Deze verhoogde akkers (bolle essen) zijn op verschillende plekken in Oost Nederland goed te zien.  De keerzijde van dit systeem is ook nog zichtbaar in het landschap. Te veel schapen op te weinig heide en je krijgt zandverstuivingen.

Nederland en de natuur

Tegenwoordig zijn het beschermde natuurgebieden; de extreme omstandigheden zorgen voor een unieke leefomgeving voor zeldzame planten en dierensoorten. Van waardeloze grond door te intensieve landbouw gepromoveerd tot waardevolle natuur. Dat maakt nieuwsgierig hoe we over 500 jaar kijken naar dat geouwehoer over de op natuurlijke wijze uitgemelgelde grote grazers achter een hekje in de Oostvaardersplassen. Nieuwe natuur in een polder die we hebben aangelegd om onze honger naar vruchtbare landbouwgrond te stillen. Het is een beetje schizofreen, de verhouding tussen Nederland en de natuur als je het mij vraagt.

Kanonnen, kunstmest en koken

Ondertussen is de winter voorbij. Tijd om de tuin te bemesten. Een moestuin vraag veel van de grond. Als je alleen van de grond neemt en nooit iets terug geeft, dan is de liefde natuurlijk een keer voorbij. Bemesten dus, zonder gaat het niet. Nu is het met mest net als met koken. Het kan volledig kunstmatig en chemisch, met pakje en zakjes. Dat noemen we in de tuin kunstmest. Kunstmest is een uitvinding van de wapenindustrie. Dat is een beetje kort door de bocht, maar er zit wel een kern van waarheid in. De zelfde jongens die in 1914-1918 de explosieven voor de slagvelden van Vlaanderen en Verdun verzorgden brachten na de Eerste Wereldoorlog nagenoeg hetzelfde product, synthetische nitraatverbindingen, onder de naam kunstmest op de markt. En boeren vonden het geweldig. Geen gezeul  meer met karrenvrachten mest en magere opbrengsten, maar een handzaam korreltje dat op magische wijze een dorre vlakte in een een groene oase verandert.

Nu heeft kunstmest een paar belangrijke nadelen, die de heren van de wapenlobby er niet bij vertelden. Kunstmest in de vorm van kunstmatige stikstof put de natuurlijke vruchtbaarheid van de bodem uit, doordat de humus in de bodem versneld wordt afgebroken. En humus is nu juist hetgene dat in de natuur voor vruchtbaarheid in de bodem zorgt. Vul je deze humus niet aan met mest, compost of ander organisch materiaal dan wordt de bodem steeds schraler en verliest ze haar samenhang, met als gevolg: zandverstuivingen.

Organisch materiaal

We voeden de moestuin dus niet met synthetische vruchtbaarheid uit pakjes en zakjes, maar met organische materiaal. Mest van onze kippen en konijnen, compost, oude stalmest, organische mulch in de vorm van stro, gemaaid gras, houtsnippers, etc. Het organisch materiaal voedt het bodemleven. Dit bodemleven bestaat uit een complex netwerk van bacteriën, schimmels, amoebes, nematoden, protozoën, pissebedden, wormen en andere beestjes, die niets anders doen dan gratis en voor niets organisch materiaal omzetten in humus en mineralen. De humus zorgt voor structuur in de bodem en dat is nu net wat planten nodig hebben: een luchtige, kruimige bodemstructuur waar planten makkelijk in kunnen wortelen. Daarnaast houdt humus vocht vast. De mineralen, zoals diverse vormen van stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K), voeden de plant. Over bemesting wordt vanuit een synthetische bril vooral in hoeveelheden N-P-K gedacht. Deze mineralen zijn van belang, maar niet het hele verhaal achter bemesting. Misschien nog wel belangrijker is het verhaal van koolstof, water en zuurstof.  Dat is het verhaal van organische mest, die voornamelijk uit koolstofverbindingen bestaat. Koolstof zorgt voor humus en humus zorgt voor een luchtige bodem die vocht vasthoudt voor als het nodig is.

De basis is dus organische koolstof. Doen we dan niks aan stifstof, kalium en fosfor? Zeker wel, maar voor mij is dat toch een beetje bijzaak. Schone houtas bevat veel kalium en gaat bij de planten die dat graag lusten, zoals tomaten en aardappels. Fosfor zit veel in botten en botten krijgt onze tuin genoeg uit de composthoop. Stikstof is de enige meststof die ik nog wel eens aanschaf en dan in de vorm van bloedmeel.

Wordt vervolgd…

 

Konijnen

Grappie en Vlekkie
Grappie en Vlekkie

Konijnen zijn erg zen. Ze stralen onschuld, speelsheid en fluffyness in het algemeen uit. Leuk voor de kinderen dus, maar ik beschouw ze vooral als full time medewerkers in de mestproductie. Stro, hooi, gras, groenteresten, pas gesnoeide takken: ze zetten het allemaal om in mooie, compacte mestkorrels.

We hebben twee marktplaats konijnen, die over de zomer in een riante ren van 100 procent cradle to cradle materiaal vertoeven. Elke dag verplaatsen we de ren, zodat ze iedere dag wat vers gras te eten hebben en een nieuw plekje vinden om hun mest achter te laten. Dit draagt over de zomer bij aan een licht chaotisch maaibeheer van de voortuin en zorgt tegelijk voor wat bemesting.

In de winter betrekken de beide dames of heren, het geslacht weet ik eigenlijk niet, hun winterpaleis: een stevig hok van waterproof multyplex dat we voor nop van vrienden over konden nemen. Daar zitten ze lekker droog en uit de wind op een laag stro en hooi. Het stro is vooral voor de warmte en het opvangen van mest, maar ik zie ze er ook regelmatig flink de tanden in zetten.

De beestjes zijn vrij kieskeurig in het doen van hun behoefte. Dat beperkt het uitmesten tot een selecte hoek van het hok iedere week en om de week een heel nieuw schoon hok. De mest gaat op de hoop. Dat levert in het voorjaar een paar kruiwagen konijnenmest op voor de groentetuin en kas.

Konijnen eten gras, hooi en ander groenvoer. Af en toe een korst brood. Soms een oude wortel. Regelmatig een paar dunne, pas gesnoeide takken. We voeren ze zelden bij met konijnenkorrel. Ik heb steeds meer het idee dat deze korrel een soort junkfood voor de rabbies is. Pakken stro en hooi halen we bij een boer in de buurt. Dat kan met een aanhangwagen, maar het zal je verbazen hoeveel er achter een in Skoda Fabia past.

Stropakken in een skoda fabia
Passen en meten met een ecodiesel

 

 

Kippen

Jonge haantjes
Jonge haantjes

Waartoe dient de kip? De kip is een brok gezelligheid al schuifelend over heterf. Bovendien is de kip een eerste klas recyclist. Keukenrestjes, oud brood, doorgeschoten andijvie, onkruid, vers gemaaid gras, de kip eet het met smaak en geeft er eieren en mest voor terug. Onze kippen scharrelen het grootste deel van het jaar vrij over het erf en voeden zich dan en passant met allerhande slakken, rupsen, wurmen en andere beestjes. We denken ons zo in dat dit slakken en andere plagen wat in de perken houdt. Waar ze scharrelen blijft het gras in ieder geval kort.

Ze zijn toppers in het omploegen van mulchlagen en laten overal wat mest achter. Ze brengen daarmee een soort van natuurlijk chaos of liever willekeur aan op het erf. Naast de reststroom uit de keuken en wat ze zelf bij elkaar scharrelen geven we de kippen voornamelijk gemengd graan. Waar we wel op letten is de herkomst van het graan en de korrel. In veel gemengd graan en legkorrel zit GMO-rotzooi, oftewel de genetisch gemanipuleerde graan en soja van de agrochemische boefjes van Monsanto, Bayer, etc. De lettertjes op de etiketten zijn heel klein, dus let goed op. De spullen van de Welkoop hebben er in ieder geval last van.

Kippen houden daarnaast van grit en kalk. Dit kan je kopen, maar aangezien wij vlak bij de kust wonen halen we liever op zondagmiddag met de kinderen een paar yoghurtemmertjes verse schelpen aan de Waddenkust.

We hebben momenteel kriel Chabo’s. Sierlijke minikipjes met een mini haan en mini eitjes. Een haan is een must als je het een en ander wat natuurlijk aan wilt pakken. Er heerst een strikte pikorde onder de kippen. Bij ons staat de opper hen bijna op gelijke voet met de haan.

Moeder natuur heeft de voortplanting van de kip prachtig geregeld. We hebben regelmatig broedse hennen. Een broedse dame blijft zitten op haar nest en verzamelt een nest van een half tot driekwart dozijn eieren. Meestal laten we het niet zover komen en halen we de eieren dagelijks uit het nest. Een enkele keer laten we een broeds exemplaar haar gang gaan. Dat gaf dit jaar 14 kuikens. Eind mei kwamen de eieren uit. Prima tijd. De kans op nachtvorst is dan verdwenen en de kuikens hebben een hele zomer om uit te groeien tot kip.

Het opvoeden kan eer hen prima zelf. Een oogje in het zeil, kuikenkorrel en een hok en ren met niet te kleine mazen in het gaas is voldoende. Kuikens zijn nestvlieders. Dat betekent dat die donzen bolletjes vanaf het moment dat ze geboren zijn de weide wereld in willen trekken. En dat doen ze ook. De weg terug omhoog het kippenhok in kan de eerste weken nog wat lastig zijn. We helpen ze dan een handje.

Met een goede moeder hen in de buurt is een warmtelamp overbodig. Het is nergens zo fijn als onder moeders vleugels. In de loop van de zomer wordt het onderscheid tussen de jonge hennetjes en jonge haantjes duidelijk.