Groningen is inmiddels de enige provincie van Nederland waar het nog legitiem is met een fakkel naar de politiek te zwaaien. Hoe dat zo gekomen is, is de laatste dagen in tal van blogs, kranten en commentaren te lezen. Eigenlijk is er sinds de post Wakker worden, die ik na de beving in Westerwijtwerd in 2019 schreef, weinig veranderd. De bodem beeft nog even hard, de bureaucratie is toegenomen en de kleine stappen vooruit die in de loop der jaren geboekt zijn gaan inmiddels gepaard met veel grotere stappen terug.
Afgelopen zomer wonnen we de rechtszaak die we aangespannen hadden over onze schade uit 2018. Afgelopen najaar kregen mijn ouders, woonachtig in Loppersum, de uitnodiging om hun woning volgens de nieuwste aanpak te laten inspecteren. Een wonderlijke uitnodiging, omdat de woning in 2017 reeds van boven tot onder geïnspecteerd is en het bevoegd gezag, de Nationaal Coördinator Groningen, ook na herhaald aandringen en een ingebrekestelling niet van plan is de resultaten van die inspectie vrij te geven.
Ondertussen ligt een bezwaarzaak over de schade afhandeling die ik voor mijn ouders indiende in 2019 al meer dan anderhalf jaar stil. Onze eigen woning in Westeremden, waar in 2006 de eerste beving boven de 3.0 Richter plaats vond, is afgelopen augustus door de NCG geïnspecteerd. Sindsdien hebben we taal nog teken van de NCG vernomen. In het hele dorp zijn ongeveer 180 adressen, dus dat geeft een indruk van de voortvarendheid waarmee de versterking hier aangepakt wordt. Volgens de wethouder die verantwoordelijk is voor het vaststellen van de versterkingsprioriteiten is het overigens niet mogelijk of nodig om de burgers die het betreft daar zelf bij te betrekken. Die burgerbelangen, daar past zij wel netjes op.
Dit zijn maar een paar voorbeelden van de manier waarop de mijnbouw in Groningen mijn persoonlijk pad kruist. Tussen de gevechten met de bureaucratie door volg ik her en der nog een kamer- of raadsdebat, lees eens wat beleidsstukken, houd de groeiende jurisprudentie over Groningers vs de Staat der Nederlanden bij, geef nog eens een advies aan mede gedupeerden en meng me af en toe een klein beetje in het debat.
In een slechte week is het meer dan een dagtaak. In een goede week lukt het me om alles in een hoek te mikken en er niet aan te denken. Maar ja, de termijnen voor de burger zijn fataal in het bestuursrecht, dus langer dan twee weken is het nooit uit mijn systeem. Aan de ene kant voelt het als zinloze, verspilde tijd. Aan de andere kant zie ik langzaam een momentum in de samenleving ontstaan die genoeg zou moeten zijn om het van overheidswege vertrappen van burgerrechten te stoppen.
Vanavond lopen we met zijn allen mee in de fakkeloptocht voor Groningen. Maandag weer eens bellen met die vriendelijke mensen van de IMG en de NCG. Ik hoop dat die ook wakker zijn geworden.