Eerste bewoners

Deze post is een vervolg op Het dak

Insekten en andere hotels onder de dakrand

De afgelopen maand hebben we hard gewerkt om het nieuwe schuurtje annex kippenhok zo ver af te krijgen dat de vaste bewoners er hun intrek kunnen nemen. Afgelopen zaterdag was het zo ver en konden we de kippen van hun tijdelijke huisvesting in de kas verhuizen naar hun nieuwe verblijf. Deze klus deed ik zo rond de avondschemering samen met mijn zoon. Bij het vallen van de avond zitten de kippen al te dutten op hun stok en pluk je ze er zo vanaf. Dat scheelt weer een hoop rennen voor mij en stress voor de kippen.

Een nieuw hok

Groen dak

Voordat de dames hun intrek konden nemen in hun nieuw verblijf moest er nog wel het een en ander gebeuren. Eind februari was de dakconstructie klaar en konden we beginnen met de aanleg van het groene dak. Om kosten te besparen hebben we dit zo simpel mogelijk gehouden. Op de dakconstructie van liggers, dwarslatten en kippengaas hebben we een dubbele laag oranje dekzeil aangebracht. Het zeil hebben we vastgezet met latjes op de daklijst. De ondiepe badkuip die zo ontstaat hebben we opgevuld met graszoden en teelaarde en vervolgens beplant met verschillende soorten sedum.

We hebben geen dakgoten. Op de laagste rand van het dak ligt een drainagebuis in een bed van brekerzand. Het idee is dat het regenwater dat niet door de beplanting en aardelaag wordt geabsorbeerd op deze manier afgevoerd wordt naar een regenpijp op een van de hoeken.

Groen dak in aanleg
Groen dak in aanleg

De graszoden hebben we her en der uit de voortuin gestoken en liggen op het meest steile deel van het dak. De rest hebben we aangevuld met aarde en sedumbeplanting, die op den duur het hele dak over moet gaan nemen. Dat kan nog wel paar jaar duren.

De bovenkant van de  daklijst hebben we afgewerkt met gehalveerde conservenblikjes, ongeveer 200 in totaal. Het idee voor de daklijst van blikjes kreeg ik na een experiment met een blikken dak voor een konijnenren. Ik schat dat de blikjes het een jaar vier à vijf volhouden. Nu glimmen ze nog in de zon. Aan het eind van de zomer zullen ze een donkerbruin patina hebben. Als de roest er eenmaal vat op krijgt dan gaat het snel. Er praktisch is het niet, maar behalve tijd kost het niets en ik vind het wel een mooi statement over afval, recycelen en vergankelijkheid.

Kippenhok

Hok en schuur

Met een voltooid dak kon bouw van het eigenlijke kippenhok beginnen. Ook hier was de insteek een zo laag mogelijk budget en een zo laag mogelijke ecologische voetafdruk. Dat is een uitdaging op zich. Gelukkig zijn er dan goede buren. In dit geval niet de bewoners van het pand op de achtergrond van de foto, maar een bevriend stel een paar huizen de andere kant op. Deze stelden kostenloos een stapeltje douglas schaaldelen, die van de bouw van een nieuwe schutting overgebleven waren, ter beschikking. Ruim genoeg voor een stevige achterwand van het hok en het raamwerk voor een deur. Voor de rest bestaat het hok uit gerecyclede lundia- en andere kasten, een paar lariks regels, kippengaas en wat gebikte baksteen.

De kippen zijn verhuisd, de rommel heeft zijn plek. Het project is nog niet af,  het dak lekt her en der, de afvoer heeft nog wat finetuning nodig, er ontbreken nog wat schoren, er zijn nog akelig open wanden, maar het is bijna april en dat betekent andere prioriteiten. Zaaien en poten!

Wordt vervolgd…

 

Compost

composthoop
Groen en bruin matriaal, op zoek naar de ideale mix

Een van de grondleggers van de biologische landbouw is tevens de uitvinder van het composteren. De plantkundige Sir Albert Howard zwaaide in het begin van de vorige eeuw de scepter over een agrarisch proefstation in Brits koloniaal India, waar hij onderzoek deed naar de effecten van humus op de bodemvruchtbaarheid.

De groene revolutie

Howard had een scherp oog voor de natuur en traditionele landbouwmethoden. In Howards visie is bodemvruchtbaarheid de basis voor iedere duurzame vorm van landbouw en de basis voor die bodemvruchtbaarheid is humus. Howard onderzocht de effecten van organische bemesting op allerlei gewassen en begon hij te experimenteren met verschillende methoden om te composteren. Zo stond hij aan de basis van het Indore proces: de methode om plantaardige en dierlijk restmateriaal om te zetten in humus. Deze methode vormt nog steeds overal ter wereld de basis voor de compostering van groene reststromen. Vergeet Wageningen, de echte groene revolutie begon in India.

Composteren kun je leren

Het leuke van composteren is dat het de makkelijkste manier is om zelf een gesloten kringloop te maken. In plaats van je GFT-afval in de groene container te mikken kan je het ook in een hoekje van de tuin composteren. De compost is weer ideale mest voor de tuin. Composteren kan op vele manieren. Youtube staat vol met handleidingen en leuke filmpjes over compost. De basis is altijd hetzelfde: organisch materiaal. De essentie van composteren is het creeren van de ideale omstandigheden voor schimmels en bacterien om organisch materiaal om te zetten in humus. Dat begint met het matriaal dat je wilt composteren. Ideaal is een mix van koolstofrijk en stikstofrijk materiaal. Koolstof zorgt voor de structuur van de compost. Stikstof werkt als een soort Red Bull voor de micro-organismen, die er voor zorgen dat het organisch materiaal wordt omgezet in compost. Verder zijn een beetje vocht en vooral veel zuurstof nodig. Oftewel: mix koolstofrijk en stikstofrijk organisch materiaal met een beetje vocht en veel zuurstof en er ontstaat vanzelf compost. Hoe beter de mix, hoe heftiger het composteringsproces. Bij een optimale mix kan de temperatuur in de composthoop oplopen tot ruim 70°C. Bij een minder optimale mix verloopt de compostering langzamer en is de omzetting van ruw organisch matriaal naar humus minder compleet. De hoge temperatuur helpt om onkruidzaden en ziektekiemen op te ruimen.

Een composthoop bouwen

Een composthoop in de tuin kan je het best opbouwen in laagjes. Eerst wat grove takken zodat er van onder op de hoop voldoende zuurstof de hoop in kan. Dan een laag “bruin” materiaal. Dat is in composttermen al het koolstofrijk matriaal, zoals stro, takken, dode bladeren, zaagsel, etc. Dit matriaal is vaak bruin en droog. Vervolgens een laagje “groen” matriaal. Dat is de slang voor stikstofrijk materiaal zoals pas gemaaid gras, mest, keukenafval, etc. Dit matriaal is vaak groener en vochtiger. Na een laagje groen weer een laagje bruin, enzovoorts. Zo bouw je een luchtige hoop van ongeveer een meter bij een meter. Hoe fijner het matriaal, hoe beter het werkt. Lange of dikke stukken even met een snoeischaar in stukken knippen. Als je de hoop goed hebt opgebouwd is het zelden nodig extra water te geven. Bij een goede mix zal de hoop na een paar dagen op temperatuur komen en binnen een paar weken flink inzakken. Na een week of zes is het tijd om de hoop om te zetten: met een vork meng je alles weer goed door elkaar. Materiaal van de buitenkant van de hoop is minder goed verteerd, dus dat gaat naar binnen en vice versa.

Het lukt niet!

Als het niet lukt, dan ligt dat bijna altijd aan de mix: te veel bruin, te weinig groen, te nat, te droog, te weinig zuurstof, te grof materiaal. Te koud kan ook. Dat zijn de knoppen waar je aan kan draaien. Keer de hoop nog eens om, beetje water er bij of juist wat afdekken bij overvloedige regenval, beetje meer groen matriaal, de boel wat fijner hakken. Ingewikkelder is het niet.

Variaties

Bij een compostvat werkt het proces hetzelfde. Het voordeel van een vat is dat het proces wat meer beschut is. Geen last van regen of uitdroging, geen last van ongedierte. Wij hebben een hoop en een compostvat. De hoop gebruiken we voor het grove werk: snoeiafval, konijnenmest en de resten uit de groentetuin. Het vat gebruiken we voor de keukenresten. We composteren alles wat organisch is en wat niet wordt opgegeten door de kippen en konijnen. De kippen zijn op hun beurt weer dol op compost. In de composthoop wemelt het van de wormen, pissebedden en andere beestjes. In de zomer zitten de kippen er graag in te wroeten en in de winter krijgen ze regelmatig een emmertje verse compost in hun ren. De compost van de hoop is wat grover dan die uit  het vat. Die van de hoop gaat bij ons vooral naar de fruitbomen en bessestruiken. Die uit het vat gaat vormt een belangrijk deel van de bemesting van de moestuin en de kas.

Meer weten?

Lees dan An agricultural testament, van Albert Howard. Inspirerend en nog altijd hyperactueel.

Bemesting

Bordje N-P-K van organische oorsprong, lekker en voedzaam voor de bodem

Afgelopen zondag liep ik met een groene container vol oude schapenmest door het dorp. Mooie, gecomposteerde, oude stalmest. De ultieme bemesting voor iedere moestuin. De mest hebben we opgehaald bij een bevriend stel in het dorp. Zwart goud. Zo moet ongeveer het spul er uit gezien hebben dat eeuwenlang de schrale zandgronden in Drenthe van een beetje vruchtbaarheid voorzag. Schapen graasden op de woeste heide en lieten in de winter hun mest achter op heideplaggen in de schaapskooi. Deze laag mest werd dan in het voorjaar uitgereden op de akkers.

Een mooi systeem dat vraagt om een balans tussen de hoeveelheid weidegrond, akkerland, heide en schapen. Als je het goed doet, bouw je met dit systeem door de eeuwen heen een steeds dikkere bodemlaag op. Deze verhoogde akkers (bolle essen) zijn op verschillende plekken in Oost Nederland goed te zien.  De keerzijde van dit systeem is ook nog zichtbaar in het landschap. Te veel schapen op te weinig heide en je krijgt zandverstuivingen.

Nederland en de natuur

Tegenwoordig zijn het beschermde natuurgebieden; de extreme omstandigheden zorgen voor een unieke leefomgeving voor zeldzame planten en dierensoorten. Van waardeloze grond door te intensieve landbouw gepromoveerd tot waardevolle natuur. Dat maakt nieuwsgierig hoe we over 500 jaar kijken naar dat geouwehoer over de op natuurlijke wijze uitgemelgelde grote grazers achter een hekje in de Oostvaardersplassen. Nieuwe natuur in een polder die we hebben aangelegd om onze honger naar vruchtbare landbouwgrond te stillen. Het is een beetje schizofreen, de verhouding tussen Nederland en de natuur als je het mij vraagt.

Kanonnen, kunstmest en koken

Ondertussen is de winter voorbij. Tijd om de tuin te bemesten. Een moestuin vraag veel van de grond. Als je alleen van de grond neemt en nooit iets terug geeft, dan is de liefde natuurlijk een keer voorbij. Bemesten dus, zonder gaat het niet. Nu is het met mest net als met koken. Het kan volledig kunstmatig en chemisch, met pakje en zakjes. Dat noemen we in de tuin kunstmest. Kunstmest is een uitvinding van de wapenindustrie. Dat is een beetje kort door de bocht, maar er zit wel een kern van waarheid in. De zelfde jongens die in 1914-1918 de explosieven voor de slagvelden van Vlaanderen en Verdun verzorgden brachten na de Eerste Wereldoorlog nagenoeg hetzelfde product, synthetische nitraatverbindingen, onder de naam kunstmest op de markt. En boeren vonden het geweldig. Geen gezeul  meer met karrenvrachten mest en magere opbrengsten, maar een handzaam korreltje dat op magische wijze een dorre vlakte in een een groene oase verandert.

Nu heeft kunstmest een paar belangrijke nadelen, die de heren van de wapenlobby er niet bij vertelden. Kunstmest in de vorm van kunstmatige stikstof put de natuurlijke vruchtbaarheid van de bodem uit, doordat de humus in de bodem versneld wordt afgebroken. En humus is nu juist hetgene dat in de natuur voor vruchtbaarheid in de bodem zorgt. Vul je deze humus niet aan met mest, compost of ander organisch materiaal dan wordt de bodem steeds schraler en verliest ze haar samenhang, met als gevolg: zandverstuivingen.

Organisch materiaal

We voeden de moestuin dus niet met synthetische vruchtbaarheid uit pakjes en zakjes, maar met organische materiaal. Mest van onze kippen en konijnen, compost, oude stalmest, organische mulch in de vorm van stro, gemaaid gras, houtsnippers, etc. Het organisch materiaal voedt het bodemleven. Dit bodemleven bestaat uit een complex netwerk van bacteriën, schimmels, amoebes, nematoden, protozoën, pissebedden, wormen en andere beestjes, die niets anders doen dan gratis en voor niets organisch materiaal omzetten in humus en mineralen. De humus zorgt voor structuur in de bodem en dat is nu net wat planten nodig hebben: een luchtige, kruimige bodemstructuur waar planten makkelijk in kunnen wortelen. Daarnaast houdt humus vocht vast. De mineralen, zoals diverse vormen van stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K), voeden de plant. Over bemesting wordt vanuit een synthetische bril vooral in hoeveelheden N-P-K gedacht. Deze mineralen zijn van belang, maar niet het hele verhaal achter bemesting. Misschien nog wel belangrijker is het verhaal van koolstof, water en zuurstof.  Dat is het verhaal van organische mest, die voornamelijk uit koolstofverbindingen bestaat. Koolstof zorgt voor humus en humus zorgt voor een luchtige bodem die vocht vasthoudt voor als het nodig is.

De basis is dus organische koolstof. Doen we dan niks aan stifstof, kalium en fosfor? Zeker wel, maar voor mij is dat toch een beetje bijzaak. Schone houtas bevat veel kalium en gaat bij de planten die dat graag lusten, zoals tomaten en aardappels. Fosfor zit veel in botten en botten krijgt onze tuin genoeg uit de composthoop. Stikstof is de enige meststof die ik nog wel eens aanschaf en dan in de vorm van bloedmeel.

Wordt vervolgd…

 

Tomaten zaaien

De kasbewoners van dit jaar

Maart is begonnen en dan is het tijd om tomaten te zaaien. Ik was in februari al begonnen met de pepers en aubergines, maar die wilden niet opkomen. Dan nog maar een poging. Tomaten, aubergines, pepers, paprika’s; het kan ze niet warm genoeg zijn. Daarom beginnen we vroeg, maar binnenshuis. Zo hebben we tegen eind april, begin mei aardige planten die uitgeplant kunnen worden in de kas, zodra de kans op nachtvorst daar verdwenen is.

Rassen

Ik heb dit jaar weer dezelfde tomatenrassen gezaaid als vorig jaar. Drie soorten vleestomaten, namelijk de Black Seaman, de Purple Calabash en de Coeur de Boeuf. Daarnaast een soort cherry tomaat, de Brown Egg Cherry en een “gewone” saladetomaat, de Black Ethiopian.

Twaalf keer drie potentiële plantjes

Keep it simpel

Tomaten zaaien kan je zo ingewikkeld maken als je zelf wil. Ik hou het vrij simpel. Gewone potgrond, eventueel een beetje brekerzand erdoor in een plastic zaaibakjes.  Grond licht aandrukken, drie zaadjes per bakje en afdekken met een beetje zand. Vervolgens de potgrond vol laten zuigen met water, labeltje er bij en het bakje kan in de propagator. Dat is in mijn geval een duur woord voor een houten kist met een krant er onderin en een glazen plaat er boven op. Deze staat in de woonkamer op de meest zonnige vensterbank die we hebben. Het geheel werkt als een minibroeikasje in de woonkamer. Als het zonnig is loopt de temperatuur flink op. Tomaten kiemen het best bij temperaturen ruim boven de 20°C. Aubergines, pepers en paprika’s lusten nog wel een paar graden extra; die komen beneden de 25ºC hun nest amper uit. Je kan ook een elektrische propagator kopen met thermostaat en de hele rambam, maar zonder kan dus ook. Voor tomaten en pepers zelf prima, auberginezaden zijn en blijven verwende etterbakken in mijn beleving. Dat blijft zonder fancy climate control dus een beetje een gok.

Lekker in de zon op de vensterbank.

Vocht

Zonder water geen leven. De grond in de zaaibakjes moet constant een beetje vochtig zijn. Dagelijks even de plantenspuit er op is voldoende. De combinatie van vocht en warmte is ideaal voor schimmels. De combinatie schimmel en pas ontkiemde tomatenplantjes is dodelijk. De oplossing is simpel: voldoende ventilatie in de bak. Hou de glazen plaat altijd op een kiertje en dan is er niks aan de hand.

Ontkiemen

Na een week of twee zullen de tomaten ontkiemen en heel voorzichtig hun kopjes boven het zand steken. Als alles meezit zal een groot deel van de zaadjes opkomen. Van mijn eigen gekweekt tomatenzaad kwam vorig jaar bijna 100% op. De aubergines, pepers en paprika’s laten meestal wat langer op zich wachten; die zijn soms wel drie weken onderweg.

Na de kiemblaadjes komen de eerste twee echte bladeren. Als nummer drie en vier in aantocht zijn is het tijd om te verspenen: de plantjes gaan van hun benauwde zaaibakje naar een groter potje. Maar zover is het nog niet.

Wordt vervolgd…