Op 29 juni 2020 kwam de Gezondheidsraad met een advies over het gebruik van landbouwgif en de gezondheidsrisico’s voor omwonenden. Kort samengevat komt het hier op neer. Spuit uit voorzorg in de landbouw toch maar een beetje minder gif, want er zijn in de internationale wetenschappelijke literatuur sterke aanwijzingen dat gif toch wel, nou ja, … , giftig is.
De timing van het rapport is perfect. We zitten eind juni in een periode met wisselend warm en vochtig weer en dat betekent ideale omstandigheden voor plagen, zoals de schimmelziekte phytophtora. Deze agressieve plantenziekte heeft het vermogen om in een paar dagen een complete aardappel- of tomatenoogst te vernietigen. De aardappelteelt neemt een kwart tot een derde van het gif dat in de Nederlandse landbouw wordt gebruikt voor zijn rekening.
Wij wonen in Noordoost Groningen in aardappelland. Elke avond tuft er een trekker voorbij, met daarachter een spuitinrichting en honderden liters gif. Kalenderspuiten heet het fenomeen. “Onder kalenderspuiten wordt verstaan het regelmatig preventief op een vast moment gebruiken van een gewasbeschermingsmiddel om te voorkomen dat een plaag, ziekte of onkruid zich ontwikkelt…” lees ik in een officiële bekendmaking.
“Proefdieronderzoek en onderzoek naar werkingsmechanismen laten zien dat verbanden tussen blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen en de ziekte van Parkinson en ontwikkelingsstoornissen bij kinderen plausibel zijn…” lees ik in de samenvatting van het eerder genoemde advies van de Gezondheidsraad.
“Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren, en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.” dichtte Willem Elsschot.
Ik tuinier zonder gif. Tomaten en aardappelen zijn, qua opbrengst, mijn twee grootste teelten. Beide planten uit de familie van de nachtschade zijn gevoelig voor Phytophtora. Dit kan een vloek zijn als je zonder gif wil tuinieren.
Afgelopenweek oogste ik het eerste vak vroege aardappels. Deze aardappels waren van het ras Anaïs. Een heerlijke licht kruimige aardappel, met een behoorlijke resistentie tegen phytophtora. Gepoot in de eerste week van maart, zodat ik vroeg in het seizoen en hopelijk voor de grootste infectiedruk aan, kan oogsten.
De oogst bedroeg 8,9 kilo van een vak van twee vierkante meter met vijftien poters, op een half schaduw lokatie. Omgerekend naar een hectare zou dat uitkomen op een kleine 45 ton. Voor consumptieaardappelen in een extreem droog jaar geen rare opbrengst.
Deze aardappelen zijn amper bemest in de klassieke zin van het woord. Ze groeien in een verhoogde bak die wel wat weg heeft van huegelkultur: een laag halfvergane stammetjes met daarop een ruime hoeveelheid ruwe compost. Het vak heeft een kruiwagen konijnenmest gehad in de winter. De planten zijn opgegroeid in een dikke laag mulch, die in twee fasen is aangebracht; een laag gehakselde beukenhaag in april en een laag ruwe compost in mei.
De planten lieten een krachtige, gezonde groei zien, met een flinke loof ontwikkeling. Na een korte regenbui begin juni groeiden er spontaan paddestoelen tussen de aardappelplanten. Dit duidt op een schimmelgedomineerde stuctuur van het bodemleven. Bij de oogste was het loof gezond, net als de knollen, op een handjevol door wormen aangevreten exemplaren na.
De aardappelziekte Phytophthora verandert. Er zijn nieuwe stammen gekomen die agressiever zijn dan we voorheen gewend waren. (…) Deze nieuwe stammen vormen meer vlekken en sporen en de vlekken groeien sneller. (…) Dit betekent dat bij warm en vochtig weer de interval tussen bespuitingen verkort dient te worden… las ik onlangs in dit bericht in AkkerbouwActueel.
Hoe meer de boer spuit, hoe agressiever de natuur reageert. Gezonde groei begint in een gezonde bodem; niet in een bodem die is doordrenkt met synthetische meststoffen en gif, met amper organische stof en waar iedere samenhang en leven door overmatige bewerking uit is verdwenen. Het is opvallend hoe weinig aandacht er is voor bodemvruchtbaarheid, organische stof gehalte en de een gezond bodemleven in de discussie rond landbouwgif. Ook in het rapport van de Gezondheidsraad ontbreekt de link naar een gezonde bodem in het streven naar een vermindering van het gebruik van landbouwgif. Het chemisch landbouwmodel gaat de wereld niet voeden. Een gezond bodemleven wel.
Gifvrij aardappels telen is niet makkelijk, maar het kan. Wat ik tot nu toe geleerd heb:
- Blitzkrieg: vroeg poten en vroeg rooien om de ergste besmettingsdruk in de zomer voor te zijn.
- Resistente rassen: gifvrij telen met rassen die bekend staan om hun vatbaarheid voor phytophtora is vragen om problemen. Meervoudig resistente rassen zoals Sarpo Myra zijn een onmisbare strategie en smaken uitstekend, in tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt.
- Levende bodem: een gezonde bodem is een levende bodem. Beperk verstoring, spit niet, voedt het bodemleven met organisch materiaal en diversiteit in het teelplan en werk toe naar een bodem die schimmelgedomineerd is. Gebruik geen kunstmest, maar compost of organische mest, voorkom naakte grond en mulch, mulch, mulch.
- Tel uw regenwormen één voor één. Tel ze alle en vergeet er geen.