Na drie jaar wekelijks bloggen heb ik dit jaar de teugels iets laten vieren. Een blogpost kost me gemiddeld een halve dag met uitschieters naar boven en beneden. Met de kinderen weken lang in het thuisonderwijs en een reeks andere klussen werd het me wat te veel. Niet dat er niks te schijven viel. Genoeg beleefd in de tuin, de keuken en op het nieuwe land.
Hoe om te gaan met kippen, konijnen en olijfbomen bij min 15? De ontdekking van risotto, maar dan anders. De geboorte van vier kuub slootmaaiselcompost, slaketende slakken, kippenkroos en andere avonturen.
We pakken de draad weer op bij fruitbomen. Rond het huis hebben we zes appelboompjes, drie peren, drie pruimen en twee kersenboompjes staan. De meeste zijn kleine boompjes op een zwak groeiende onderstam, naast een hoogstam en een halfstam. Meer kon ik er echt niet kwijt en eigenlijk is dit al veel te veel voor de ruimte die we rond het huis hebben.
Met een nieuwe stuk land is er ruimte voor nieuwe bomen. Met jonge bomen is het net als met voedsel; je kan ze bij de bomensupermarkt, de bomenspeciaalzaak of de lokale bomenboer kopen. De meeste bomen die we hebben komen van de bio-dynamische kwekerij De Vrolijke Noot.
Nu kan je fruitbomen natuurlijk ook zelf laten groeien. Bij klein fruit zoals bessen en bramen is dat heel simpel: je snoeit een jonge tak af, die steek je in de grond en daar schiet hij vanzelf wortel.
Bij fruitbomen is dat lastiger. Die schieten niet zo snel wortel. Ook brengen spontane, wilde wortels niet per se de beste eigenschappen in een appel of peer naar boven. Daarom gingen kwekers de eigenschappen van twee bomen combineren door ze letterlijk op elkaar te laten groeien: een onderstam met de gewenste groei eigenschappen en een bovenstam met het gewenste fruitras.
De onderstam is bepalend voor de groeikracht van de boom. Je hebt zwakkere, middelmatige en sterke groeiers. Bij fruit telen is de combinatie van de eigenschappen van de onderstam, het fruitras en de bodemgesteldheid van belang.
Met nieuwe ruimte voor fruit leek het mij een mooie uitdaging zelf eens wat fruitbomen te enten. Voor mijn doe-het-zelf fruitbomen kwam ik uit bij wat zwakker groeiende onderstammen. M26 voor de appels, St. Julian A voor de pruimen en Kwee Adams voor de peren. Deze heb ik bij een kweker besteld. De eerste werden deze week geleverd. Op deze onderstammen heb ik diverse fruitrassen uit de tuin geënt.
Enten is een secuur werkje. Een tak is opgebouwd uit verschillende lagen. Eén van die lagen, het cambium, is in staat om te groeien. Door het cambium van de ent op het cambium van de onderstam te zetten kunnen deze met elkaar vergroeien.
Voor het enthout gebruik je eenjarige twijgen. Dat is het hout dat zich het afgelopen jaar gevormd heeft. Deze zijn gemakkelijk te herkennen. Ze hebben nog geen vruchtknoppen en vaak is de groeiring, de plek waar het eenjarige hout overgaat in het hout van het jaar daarvoor, goed zichtbaar.
Twijgen die je voor enten wilt gebruiken moeten nog volledig in ruste zijn, dus dit is een klus om uit te voeren voor de sapstroom eind maart op gang komt. Ook is het van belang dat de enttwijgen dezelfde diameter hebben als de onderstam.
Er zijn verschillende ent technieken. Een goed scherp mes is onontbeerlijk. Wikipedia heeft een aardig overzicht. Ik ging voor een redelijk recht toe recht aan schuine ent, die ik met gastape aan elkaar heb bevestigd. Van het enthout snoei je terug tot ongeveer drie knoppen.
De geënte boompjes heb ik een mooie tijdelijke plek in de moestuin gegeven. Nu is het afwachten of de ent geslaagd is.
Wordt vervolgd…
PS
Voor wie meer wil weten over onderstammen, fruitrassen, bestuivers, snoeitechnieken, etc. is de website van de boomgaard Langeveld in Kruishoutem een interessante plek.