Leemstuc

De basis van doe-het-zelf leemstuc: klei, zand, gehakte stro en zaagsel

We wonen in Noordoost Groningen, boven op een van de grootste aardgasvelden ter wereld. Uit dit gasveld is sinds de jaren 60 van de vorige eeuw voor een slordige 300 miljard euro aan aardgas gewonnen. Dankzij deze aardgasbaten ligt het asfalt er in Nederland piekfijn bij en hebben we een gloednieuwe hogesnelheidslijn, die de randstad met de rest van Europa verbindt.

Gasbevingen

Als gevolg van deze gaswinning hebben we in Groningen te maken met aardbevingen. Over het algemeen probeer ik dit onderwerp in dit blog te mijden. Het gaat in ons gezin al vaak genoeg over de bevingsproblematiek. De dinsdagochtend besteed ik liever aan zinvoller zaken. Deze week maak ik een uitzondering.

De meeste van deze bevingen zijn relatief bescheiden, maar er zitten regelmatig flinke knallen tussen. Wat zo’n beving met ons gezin doet heb ik eerder beschreven in de aflevering Wakker worden!

Deze bevingen veroorzaken schade. Deze varieert van kleine scheuren in stuc- en metselwerk tot woningen, die zoveel schade hebben opgelopen, dat het niet meer veilig is om er in te wonen.

Deze ellende is nu zo’n tien jaar bezig. Dat is best een lange tijd. Lang genoeg om als democratische samenleving een manier te verzinnen om de schade te vergoeden en de huizen op zo’n manier te versterken dat je er in ieder geval levend uit komt bij een grote beving.

Boefjes

Niets is minder waar. Het afgelopen jaar ben ik gemiddeld een halve dag in de week bezig geweest met het overtuigen van overheidsinstanties dat de schade aan onze woning niet door thermische fluctuaties in bouwmaterialen is veroorzaakt, maar door de economische activiteiten van Shell en ExxonMobile en dat ik een computermodel afkomstig uit de keuken van deze twee criminele organisaties geen goed uitgangspunt vind voor een overheidsbesluit over de vraag of onze woning uit veiligheidsoverwegingen al dan niet versterkt moet worden.

In januari 2018 kreeg Zeerijp, een dorpje hier drie kilometer verderop, een enorme klap te verwerken. De schade aan onze woning, die door die klap is veroorzaakt, is afgelopen week voor een deel vergoed. Dit proces heeft ruim 666 dagen, één schadeopname, drie schaderapporten, twee zienswijzen, een klachtenprocedure inclusief hoorzitting, een kwart dozijn juristen, vijf echtelijke ruzies, twintig scheldkannonades, twee huilende kinderen, tientallen tweets, telefoongesprekken en e-mails, een kranteninterview en een boekpresentatie inclusief minister (Ik wacht) geduurd.

Ongeveer tweederde van de schade is nu vergoed. Om de rest vergoed te krijgen, moeten we bezwaar aantekenen tegen het overheidsbesluit, dat onze schadevergoeding regelt. En dan begint het circus weer van voren af aan.

Leemstuc: de oplossing?

Tussen de bedrijven door ben ik begonnen de schade te herstellen. Op zolder hadden we een paar flinke scheuren. Afgelopen voorjaar ben ik begonnen met het isoleren en aftimmeren van de zolder. Vorige week was het gescheurde pleisterwerk aan de beurt.

Het leek me een goed moment om mijn experimenten met leem op basis van Groninger klei voort te zetten. Na een middagje klieren met klei, zand, zaagsel en stro zit één wand er in.

Vers wandje leemstuc

Er zijn grote voordelen van leemstuc boven stucwerk op basis van gips. Ik kan op de Groninger klei leemstuc maken op basis van ingredienten uit mijn achtertuin, terwijl ik voor een zak gip naar de bouwmarkt moet. Leemstuc ademt en reguleert op een natuurlijke manier de luchtvochtigheid in een ruimte en draagt zo bij aan een gezond binnenklimaat. Vooral voor mensen met luchtwegaandoeningen schijnt het ideaal te zijn.

Het grootste nadeel van leemstuc is meteen ook een groot voordeel als je in Groningen woont. Leem is niet waterbestendig. Als het is uitgehard en je maakt het weer vochtig, dan wordt het weer zacht. Scheuren zijn op die manier in theorie eenvoudig te repareren. Veelbelovend materiaal dus voor Groningse omstandigheden. Of het in de praktijk ook zo werkt, gaan we de komende tijd testen.

Het recept voor leemstuc is simpel. Meng in een speciekuip één deel klei op twee à drie delen zand en genoeg water om de consistentie te krijgen die net wat natter is dan metselspecie. Voeg per 5 liter leem een paar flinke handen zaagsel en vers gehakt stro toe. Het idee achter het zaagsel en de stro is dat het krimpscheurtjes tijdens het drogen helpt voorkomen. Meng het geheel nog even flink tot je de consistente massa hebt.

Een leuke eigenschap van leemstuc is dat het makkelijker te verwerken is dan gipsstuc. Gips is na drie kwartier tot een uur hard. Daarmee moet je dus snel en secuur doorwerken. Leem blijft veel langer flexibel en is dus veel vergevingsgezinder voor tussentijds geklooi, geklets en kopjes koffie.

De wand zit er nu een week in en begint voorzichtig aan harder te worden. Het hele proces van uitharden gaat een week of vier duren. Ondertussen denk ik na over de afwerking. Laten we het zo of gooien we er nog een experimentje met huisgebrouwen kalkverf tegenaan?

Wordt vervolgd.