Elke euro is een politieke keuze

 grafiek uitgaven voeding 2012 vs 2017
uitgaven voeding 2012 vs 2017

Elke keer als je iets koopt maak je een keuze. Volgens economen is dat per definitie een rationele, economische keuze. Je besteedt je geld aan datgene dat voor jou op dat moment het meeste nut oplevert. Dat is natuurlijk complete onzin. Negen van de tien boodschappenwagens ligt bij de kassa vol met te zoute en te vette prefab-rommel die bovendien uit zijn voegen barst van de synthetische kleurstoffen en conserveringsmiddelen, gedrenkt zijn in een flinke portie dierenleed en gewikkeld in drie lagen overbodig verpakkingsmateriaal. Wil je beter, duurzamer en eerlijker voedsel? Dan moet je beter, duurzamer en eerlijker voedsel kopen. Of het zelf verbouwen natuurlijk. In essentie is elke aankoop een bewuste of onbewuste keuze voor het economisch, politiek en ecologisch model dat aan de productie van hetgeen je koopt ten grondslag ligt.

In 2011 ben ik begonnen met het systematisch plannen en bijhouden van onze huishoudfinanciën. Elke banktransactie voer ik in in een boekhoudprogramma en boek ik onder een post. Omdat we vrijwel al onze boodschappen per pin betalen bevat het boekhoudprogramma een schat aan informatie over de consumentenkeuzes die we de afgelopen jaren gemaakt hebben. De grafiek aan het begin van deze post heb ik op basis van onze boekhouding gemaakt en laat zien hoeveel we in 2012 en 2017 uitgaven aan voeding. Voor 2017 heb ik bovendien een schatting opgenomen van de economische waarde van wat we aan eigen voeding produceren: de opbrengt van de groentetuin en kas, het brood dat we bakken (minus de kosten), de eieren van de kippen, etc.

2012: hoogste kwaliteit, laagste prijs.

In 2012 waren we met zijn drieën; Daniel was net geboren. We zijn nu met zijn vieren, Daniel is inmiddels zes en Lotte is vier. In 2012 gaven we zo’n € 5.500,- uit aan voeding. Driekwart werd besteed in de supermarkt; de rest bij de bakker, de slager, de groenteboer, de kaasbus, de toko en op de markt. De hoogste kwaliteit voor de laagste prijs; dat was zo’n beetje onze aankoop filosofie. Laat de Aldi dit nu net als leuze hebben. Kwaliteit won het over het algemeen van prijs. Amper tot geen prefab rommel. Groente en fruit kochten we grotendeels bij de groenteboer, vlees bij een uitstekende keurslager, brood bij de warme bakker, kaas bij de kaasbus. De rest bij de supermarkt. Politieke en ecologische factoren speelden een bescheiden rol. Heel af en toe wat biologische groente of zuivel, koffie alleen fair trade, alleen scharreleieren, geen industriekip. Tamelijk veel vlees. Groente en fruit ongeveer in het seizoen en niet van te ver weg. Dat was het wel zo’n beetje. Ik was al een beetje bezig met een moestuintje, maar de productie daarvan was niet noemenswaardig.

2017: bewuste consument en microproducent

Sinds 2012 is er een hoop veranderd. De herkomst van onze voedsel is steeds zwaarder gaan meewegen in de boodschappenkar en we zijn stapje voor stapje meer zelf gaan produceren . Ik beschouw mezelf als een hyperbewuste consument. Ik lees alle etiketten, kijk naar de herkomst, verdiep me in alle keurmerken, ken de lijst van seizoensgroenten vrijwel uit mijn hoofd, let op E-nummers, etc. Mijn vrouw is iets minder bewust en dat maakt ons samen gewoon bewust. Per categorie maken we afwegingen. Vrijwel alle het vlees dat we eten komt van lokale biologische producenten. Dat geldt ook voor driekwart van de kaas en zuivel. Brood bakken we voor driekwart zelf van meel van de molen van graan van grotendeels lokale oorsprong. Driekwart van de groente komt uit de tuin. In de late winter en het vroege voorjaar kopen we de meeste groente, omdat de tuin dan vrijwel leeg is. Wat we kopen is dan lokaal en in het seizoen. Heel af en toe een tomaat, paprika of aubergine uit de gasgestookte Hollandse kas. Behalve een trosje bananen per twee weken eten we bijna geen tropisch fruit.

Alles bij elkaar gaven we in 2017 ruim € 6.100,- uit aan voeding. Het aandeel van de supermarkt is flink teruggelopen. De supermarkt is meer een kruidenier geworden. Er gaat nu zo’n € 1.500,- rechtstreeks naar de boer. Onze eigen productie schat ik op een netto waarder van ruim € 1.000,-.

Wat nou moestuintjes?

De omschakeling: een kwestie van mentaliteit

Nog steeds komt ruim de helft van onze voeding uit de reguliere levensmiddelenindustrie en supermarktketen. Voor de andere helft maken we bewust een andere keuze of maken we het zelf. Dat is in vijf jaar tijd een grote omschakeling. Per saldo zijn de kosten in euro’s van deze andere keuzes amper hoger. Met een extra mond te voeden zijn we maar een paar tientjes per maand meer gaan uitgeven. Tegelijk gaat er meer geld naar de lokale economie en minder naar de multinationals.  We zijn een enorme hoeveelheid kennis en ervaring in het verbouwen, conserveren en verwerken van voedsel rijker. Onze tuin is vruchtbaarder en bevat meer biodiversiteit dan vijf jaar geleden. We hebben prachtige ervaringen opgedaan en fantastische mensen leren kennen. We eten gezonder. De kinderen groeien op met een intens besef van de oorsprong van hun voedsel en respect voor wat er op hun bord ligt. Allemaal zaken die onbetaalbaar zijn en belangrijker dan een optelsom van euro’s, kilo’s en centen. Een andere mentaliteit is de belangrijkste omschakeling. Een maker denkt anders dan een consument. Afgelopen zomer was er in de supermarkten bijna geen ei te krijgen door het zoveelste voedselschandaal. Vertrouwen op menselijke relaties, de natuur en je eigen afweersysteem geeft een groter gevoel van voedselveiligheid en voedselzekerheid dan “steriele” productieketens en de NVWA.

Verse knoflook. Uit een potje?

PS: het rekenmodel

Ik mag graag rekenen. Die € 1.000,- eigen productie, dat blijft een slag in de lucht natuurlijk. Hoe druk je 60 kilo van de lekkerste, ultra biologische tomaten uit in geld? Ik ben als volgt te werk gegaan. Ik heb gerekend met een gemiddelde kiloprijs voor de eigen groente van  netto drie euro per kilo op basis van wat ik zo her en der zie aan prijzen voor biologische groente. Een kilo bio-aardappelen doet rond de 1,70 bij Albert Heijn, een halve pond bio cherrytomaatjes kan oplopen tot tweevijftig a drie euro. Per kilo zit je dan rond de tien euro. Drie euro per kilo leek mij redelijk. Vrije uitloop bio-eieren doen 30 cent per stuk. Dat is makkelijk. Ik heb alleen de eieren niet geteld. Een brood van de warme bakker doet al gouw een euro of drie en per brood gaan er dan nog de kosten van de grondstoffen af. Energie komt voor driekwart gratis van de zonnepanelen. De grootste verborgen kostenpost is natuurlijk tijd. Brood bakken, de moestuin verzorgen, kippen voeren, augurken inmaken, het kost allemaal tijd. Veel tijd. Productieve tijd. Als ik die tijd zelfs maar voor minimum loon mee zou rekenen, dan zou de balans zwaar omslaan. Maar die tijd rekenen we niet. Waarom zouden we?

Brood bakken

Huisgebakken brood
Huisgebakken brood

We bakken een à twee keer per week brood. Dat doen we nu een aantal jaar. En dan bedoel ik niet wat ingrediënten in een broodbakmachine gooien en het knopje omdraaien; dan bedoel ik echt bakken. Op zich is een brood bakken niet heel ingewikkeld, maar oefening baart kunst. Bij brood bakken zijn er een hoop zaken waar je mee kan spelen en die je kan verkloten. Dat begint bij de ingrediënten. Van slecht meel kan je hooguit een matig brood bakken.

We halen ons meel voornamelijk bij Mulder Pot in Kropswolde, een ambachtelijke molenaar, die het graan voor zijn meel zo veel mogelijk uit de regio haalt.  Uitstekend meel voor een redelijke prijs. Om de twee à drie maanden halen we een kilo of 20. Per baksel gaat er twee kilo meel door, waar 3 à 4 broden uitkomen.

Het eerste jaar hebben we al het kneedwerk met de hand gedaan. Toen het broodbakken een blijvertje bleek, hebben we geïnvesteerd in een goede keukenrobot, die per keer met gemak een halve kilo meel kan verwerken.
Je kan prima zonder. Voor de rest zijn grote investeringen niet nodig.

Wel handig:

  • een keukenweegschaal om ingrediënten af te wegen,
  • een litermaat om de hoeveelheid water af te meten,
  • een paar teiltjes om het deeg in te laten rijzen,
  • een paar theedoeken om het deeg af te dekken,
  • een bakblik of broodbus als je een busbrood wilt maken,
  • een plantenspuit om het deeg voor het bakken nog wat te bevochtigen,
  • een vuurvast schaaltje water in de oven,
  • een scherp mes om het deegstuk in te snijden voor het bakken.

Zonder oven geen brood. We hebben geen hele fancy oven, gewoon een elektrische, die volgens de knop tot 260 graden verwarmt. In de oven hebben we een vloertje van marmeren tegeltjes gelegd. Op dit vloertje bakken we de vloerbroden. Ook de bussen voor het busbrood zet ik er meestal op. De tegeltjes slingerden nog ergens rond in de schuur en werken uitstekend. Mocht je geen rondslingerende marmeren tegeltjes hebben, dan kun je ook experimenteren met een stoeptegel of voor veel geld een brood bak steen aanschaffen.

Recept voor 3 bruinbroden

Ingrediënten

  • 4x 0,5 kilo meel “molenbruin”
  • 4 x 7 gram zout
  • 4 x 7 gram gist
  • 4 x 340 ml warm water

Bereiding deeg

Meng de ingrediënten en kneed een soepel deeg, met de hand of met een keukenrobot. Om 2 kilo meel te verwerken gebruik 4 porties. Gebruik warm water. Het deeg heeft een goede temperatuur nodig om goed te rijzen. Ik meng meestal 200 ml kokend water met 150 ml koud water voor een goede temperatuur.

De exacte hoeveelheid water die je toe moet voegen wisselt nog wel eens. Zolang het deeg een plakkerige massa op de bodem van de kom van de keukenmachine blijft is het deeg te nat. Voeg dan nog een paar eetlepels meel toe, net zolang tot het deeg een egale bol vormt die aan de deeghaak blijft plakken.

Deeg laten rijzen

Leg het deeg in een teil of kom. Door het rijzen zet de boel flink uit. Voor deeg uit 2 kilo meel gebruiken wij twee teiltjes. Dek af met een vochtige theedoek en laat het deeg anderhalf uur rijzen. Zet de teiltjes daarom op een relatief warme plek, liefst niet kouder dan een graad of 20.

Deeg rijzen
Deeg rijzen

Broden vormen

Na anderhalf uur zal het deeg flink gerezen zijn. Verdeel het in drie porties. Bestuif het werkblad ruim met bloem. Kneed een bol en druk die goed plat op het werkblad met de palm van je hand, Vouw de schijf op als een soort envelop en keer het geheel om. Vervolgens bol je het deegstuk op. Dit is een handigheidje die je vrij snel onder de knie zal hebben.  Leg je beide handen op het deeg en druk de zijkanten van het deegstuk naar onder. Doe dat aan alle kanten, zodat je een mooie bol krijgt voor een vloerbrood. Maak de bol wat langwerpiger voor een busbrood.

Plaats de deegstukken in een ingevet broodbus of cakeblik voor een busbrood of op een bebloemd plankje voor een vloerbrood. Afdekken met een vochtige theedoek en opnieuw een uur laten rijzen. Doe dit wederom op een plek die goed warm is. Ik zet de boel meestal op het fornuis boven de oven, die in de tussentijd kan voorverwarmen.

Bakken

Verwarm de oven voor op 260 graden. Leer je oven goed kennen. Soms kost het een behoorlijke tijd om je oven goed op temperatuur te krijgen.

Voor het de oven ingaat het  brood aan de bovenkant insnijden met een loei scherp mes en nat spuiten met een plantenspuit. Eventueel nog wat sesam, maanzaad of andere ongein over het brood strooien.

Bussen en vloerbroden kunnen direct op het stenen vloertje. Plaats een vuurvast kommetje water bij de oven in voor een betere korst.

Bak de broden in ongeveer een half uur op 240 graden. Als een vers brood hol klinkt als je op de onderkant klopt is het brood gaar. Haal de broden uit de oven en uit de bussen en laat ze afkoelen.  Direct nadat ze uit de oven komen nog even bespuiten met de plantenspuit voor een extra knapperige en glimmende korst.