Slakken en ziekten

Als ik te veel heb lopen klooien met mijn telefoon of een ander slim aparaat en hij doet het opeens niet meer, dan bestaat er een noodknop. Deze heet “terugzetten naar de fabrieksinstellingen.” Gebruik die knop en het aparaat wordt weer zoals onze lieve Heer in China of Californië het aparaat bedoeld heeft.

Ook de natuur heeft deze noodknop en daar heet die “de slak”. Slakken en andere opruimers ruimen rommel op, zoals verkeerd geïnstalleerde pompoenplantjes, niet afgeharde slaplantjes, te bleke boontjes en door de kou depressieve aubergineplantjes. Ze werken 24/7 om alle fouten die ik maak te corrigeren. Ook en vooral als ik daar niet om gevraagd heb. Als dank voor hun goede diensten voer ik ze graag aan de kippen.

Gezonde groei is de uitgangspositie van de natuur. Als er iets mis is komt dat meestal omdat er een mens aan heeft lopen kloten. Ik probeer er van te leren als de slakken mij op mijn fouten wijzen en in dat leerproces sneuvelt nog wel eens een plant. Heel soms strooi ik nog wat biologische slakkenkorrels. Dat voelt als een soort noodkreet: laat me nog even zelf wat klooien voordat we teruggaan naar de fabrieksinstellingen.

Nectria Galligena

Een gesneuvelde pompoen is klein moestuin leed. Een appelboompje met vruchtboomkanker doet echt pijn. Afgelopen week trof ik in onze fruithaag een boompje aan met deze gevreesde zwamziekte, die in het Latijn Nectria Galligena heet. De directe ooorzaak is infectie van een beschadiging aan de bast door sporen van de zwam. Deze beschadigingen kunnen optreden door snoeien, hagel, bloedluis, schurende takken, binddraden, etc. Het is een wond- en zwakteparasiet, die vooral toeslaat als bomen om de een of andere reden verzwakt zijn. Het ene ras is er meer vatbaar voor dan het andere. De kwaliteit van de grond speelt een rol, overmatige stikstofbemesting ook.

Wat heb ik fout gedaan? Om te beginnen deugt het concept van de fruithaag met in palmet en waaier gesnoeide boompjes natuurlijk niet. Bomen leiden veroorzaakt stress bij de planten. Ze groeien ingesnoerd aan draden en bamboestokken en kunnen zo niet de optimale groei zoeken die ze van nature willen. De beschadiging is waarschijnlijk ontstaan door het schuren van een van de binddraden. Daar begint de ellende, met de tuinier die de natuur zijn wil op wil leggen. Naast deze stress hebben we vorig jaar nogal een extreem jaar gehad qua droogte en natheid. Meer extremen is meer stress. De keuze voor het ras valt ook wat ongelukkig uit. Het is een Brabantse Bellefleur en die is volgens de literatuur wat meer gevoelig voor Nectria Galligena, vooral op de kleigrond waar wij op tuinieren. De fruitbomen krijgen ruim compost en mulch om de structuur van de grond te verbeteren, maar dit is op klei een proces van lange adem. De schep verteerde potstalmest in het najaar was waarschijnlijk te veel stikstof. Kortom: een optelsom van foutjes, ongelukkige keuzes, omstandigheden en tuinieren tegen de natuur in.

Behandeling

Brabantse Bellefleur met wondbalsem

Dat was de diagnose. Nu de behandeling. De infectie zat midden op de stam, net na de tweede “etage” zijtakken van de palmet en zat bijna helemaal rondom de stam. Als de infectie helemaal rondom de stam zit, dan wordt de sapstroom doorbroken en sterft alles boven de geïnfecteerde ring af. Ingrijpen dus, met het risico driekwart van het boompje te verliezen. Met een scherp mes heb ik de infectie tot op het gezonde kernhout weggesneden. Het minst geinfecteerde deel heb ik laten zitten om een sapstroom naar de rest van het boompje over te houden. Helemaal gezond was het niet, maar het was kiezen voor het minst kwade. Dergelijke drastische ingrepen doe je normaal als de plant in rust is, dus in het najaar of de winter. Naar mijn inschatting hadden we deze tijd nu niet. De snoeiwond heb ik afgedekt met een geimproviseerde wondbalsem.

Boombalsem

Deze balsem heb ik gemaakt door ongeveer vier delen gesmolten bijenwas op een deel zonnebloemolie te mengen. De was sluit wond goed af en heeft van nature een zuiverende en desinfecterende werking. De olie is om het geheel iets smeerbaarder te maken. In gangbare boomwondbalsem recepten kom je naast was terpentine, hars en pek tegen. In plaats van terpentine leek me zonnebloemolie een iets minder agressieve weekmaker voor de was. Aanbrengen met een schone kwast en hopen dat de patient het overleeft.

Lessen…

Of het gaat helpen? Ik weet het niet. Het zou zo maar kunnen. De kans dat we een groot deel van het boompje gaan verliezen schat ik hoger in. Het is een noodgreep die ik uiteraard liever niet had toegepast. Maar wel een om van te leren. Naast de Brabantse Bellefleur leid ik een Court Pendu Plat. Deze staat uitbundig te bloeien. Een mooi oud appelras dat net als zijn Brabantse buurman gevoelig is voor dezelfde ziekte. Een wereld van verschil. Ander ras, zelfde bodem, zelfde manier van leiden en snoeien, een standplaats die een fractie meer zon en minder wind vangt, twee jaar eerder geplant. Ergens zit een les, alleen welke?