Kiemkracht

Links van oud peperzaad uit de winkel, rechts nieuwe doe-het-zelf paprika

Het is maart, tijd om de vensterbanken in de woonkamer van bewaarplaats voor kinderspeelgoed en kamerplanten om te toveren in kweektafels. Na een voorzichtige start  met de pepers, paprika’s en aubergines in februari is het nu tijd voor de tomaten. Eerder met tomaten beginnen heeft geen zin; dat geeft alleen maar lange en iele zaailingen.

Tomaten zaai ik altijd in overvloed. Minimaal vijf rassen en per ras ruim dertig zaailingen. Dat geeft al snel meer dan 150 tomatenplanten. In de kas passen er hooguit 20. De rest verkoop ik op de vrijmarkt op Koningsdag, in Loppersum, een dorpje verderop.

Zaaien is spannend: wie komt als eerste boven, wie krijgt zijn zaadhuls niet van zijn kop, wie heeft stiekem drie in plaats van twee kiemblaadjes, met hoeveel zijn we na een week of drie en wie is er in de grond achter gebleven?

De tomaten voor dit jaar

Kiemenergie

Het antwoord op deze vragen zegt iets over de kiemkracht en de kiemenergie van de zaden. De kiemkracht is enkel het percentage zaad dat na een bepaalde tijd onder ideale omstandigheden is ontkiemd. De kiemenergie zegt ook iets over de snelheid en vitaliteit waarmee dat gebeurt.

Ik zaai de tomaten voor in zaaibakjes in een propagator. Dat is een duur woord voor een zelf gemaakte houten kweekbak in de vensterbank boven de radiator met twee glasplaten erop en een kier voor de ventilatie. Deze opstelling in de woonkamer geeft een goed zicht op de kiemkracht en kiemenergie van mijn zaaisels. Dat wil nogal verschillen; tussen planten, rassen en herkomst en ouderdom van het zaad.

Houten kist met glasplaat in de vensterbank: een effectieve propagator

Anonieme zaaddonor

De kiemkracht van commercieel zaad van aubergines, paprika’s en pepers vond ik nooit zo denderend. Vorig seizoen heb ik op de Noordelijke zadenmarkt wat aubergine en paprikazaden op de ruiltafel geruild. Mijn inbreng was een partij tomatenzaden. De kiemenergie van deze geruilde zaden was overweldigend. Afgelopen februari heb ik de tweede generatie gezaaid en ook dat gaat verbluffend. Een opkomst van 70 tot 90%. Langs deze weg een hartelijk dank voor de anonieme zaaddonor van de rassen “Mokko” en “Herzje”. De commerciële pepers met houdbaarheidsdatum 01-19 steken daar schril bij af. Daar zit werkelijk geen fut meer in.

Doe-het-zelf-zaad

Dat ligt niet direct aan de commercie. Na een aantal jaar gaat de kiemkracht gewoon hard achteruit, zeker als het zaad niet onder ideale omstandigheden bewaard is. Zaad dat je zelf wint (zie de post Zaden winnen) is in ieder geval vers en van een plant die heeft bewezen onder de specifieke omstandigheden in je eigen tuin of kas vrucht te dragen. Wat werkt voor een plant onder de “ideale” omstandigheden van de veredelaar met het oog op een steriele teelomgeving in glaswol onder warm glas op een kunstmestdieet met computergestuurde luchtvochtigheid hoeft natuurlijk niet per se te werken in de volle grond van een onverwarmde, tochtige kas, waar het lekt als de ziekte en de luchtvochtigheid fluctueert als het weer in maart.

Daar zit denk ik het geheim van de kiemkracht van zelf gewonnen zaden: ze doen het goed, omdat ze zich onder lokale, brute en suboptimale omstandigheden moeten bewijzen.

PS

Zaterdag 9 maart aanstaande organiseert het Noordelijk Zaden Netwerk de Noordelijke Zadenmarkt. Dit jaar in Drachten.

 

Tomaten zaaien

De kasbewoners van dit jaar

Maart is begonnen en dan is het tijd om tomaten te zaaien. Ik was in februari al begonnen met de pepers en aubergines, maar die wilden niet opkomen. Dan nog maar een poging. Tomaten, aubergines, pepers, paprika’s; het kan ze niet warm genoeg zijn. Daarom beginnen we vroeg, maar binnenshuis. Zo hebben we tegen eind april, begin mei aardige planten die uitgeplant kunnen worden in de kas, zodra de kans op nachtvorst daar verdwenen is.

Rassen

Ik heb dit jaar weer dezelfde tomatenrassen gezaaid als vorig jaar. Drie soorten vleestomaten, namelijk de Black Seaman, de Purple Calabash en de Coeur de Boeuf. Daarnaast een soort cherry tomaat, de Brown Egg Cherry en een “gewone” saladetomaat, de Black Ethiopian.

Twaalf keer drie potentiële plantjes

Keep it simpel

Tomaten zaaien kan je zo ingewikkeld maken als je zelf wil. Ik hou het vrij simpel. Gewone potgrond, eventueel een beetje brekerzand erdoor in een plastic zaaibakjes.  Grond licht aandrukken, drie zaadjes per bakje en afdekken met een beetje zand. Vervolgens de potgrond vol laten zuigen met water, labeltje er bij en het bakje kan in de propagator. Dat is in mijn geval een duur woord voor een houten kist met een krant er onderin en een glazen plaat er boven op. Deze staat in de woonkamer op de meest zonnige vensterbank die we hebben. Het geheel werkt als een minibroeikasje in de woonkamer. Als het zonnig is loopt de temperatuur flink op. Tomaten kiemen het best bij temperaturen ruim boven de 20°C. Aubergines, pepers en paprika’s lusten nog wel een paar graden extra; die komen beneden de 25ºC hun nest amper uit. Je kan ook een elektrische propagator kopen met thermostaat en de hele rambam, maar zonder kan dus ook. Voor tomaten en pepers zelf prima, auberginezaden zijn en blijven verwende etterbakken in mijn beleving. Dat blijft zonder fancy climate control dus een beetje een gok.

Lekker in de zon op de vensterbank.

Vocht

Zonder water geen leven. De grond in de zaaibakjes moet constant een beetje vochtig zijn. Dagelijks even de plantenspuit er op is voldoende. De combinatie van vocht en warmte is ideaal voor schimmels. De combinatie schimmel en pas ontkiemde tomatenplantjes is dodelijk. De oplossing is simpel: voldoende ventilatie in de bak. Hou de glazen plaat altijd op een kiertje en dan is er niks aan de hand.

Ontkiemen

Na een week of twee zullen de tomaten ontkiemen en heel voorzichtig hun kopjes boven het zand steken. Als alles meezit zal een groot deel van de zaadjes opkomen. Van mijn eigen gekweekt tomatenzaad kwam vorig jaar bijna 100% op. De aubergines, pepers en paprika’s laten meestal wat langer op zich wachten; die zijn soms wel drie weken onderweg.

Na de kiemblaadjes komen de eerste twee echte bladeren. Als nummer drie en vier in aantocht zijn is het tijd om te verspenen: de plantjes gaan van hun benauwde zaaibakje naar een groter potje. Maar zover is het nog niet.

Wordt vervolgd…