Microklimaat

De kers heeft haast

Zaterdag waaide de sneeuw en hagel horizontaal tegen het raam.  Gister zat ik in een t-shirt in de kas tomaten te verpotten. De pruimen en kersen staan in bloei. De allervroegste aardappels steken net een groen kuifje boven de grond. De tomaten staan in de kas te wachten op Koningsdag. Eén ijskoude nacht is voldoende om er een streep door te halen. Nog een volle maand laten de ijsheiligen op zich wachten.

Zo lang kan ik niet wachten en de natuur om mij heen ook niet. Gelukkig is er zoiets als een microklimaat. Dat is het samenspel van zon, wind, schaduw, hellingshoek, vochtigheid, luwte, warmte absorberende oppervlaktes, etc. Dit samenspel zorgt voor kleine en grote klimaatverschillen in de tuin.  Al deze factoren grijpen in elkaar op een manier die ik soms denk te snappen, maar mij vaker verbaast. Door te observeren, uit te proberen en te onderzoeken heb ik de verschillende microklimaten in de tuin steeds beter leren inschatten en beïnvloeden.

Zon en schaduw zijn overduidelijk de eerste factor om rekening mee te houden. Hoe draait het zonlicht van de ochtend naar de avond door te tuin? Hoe valt de slagschaduw van ons huis, de kerk naast ons en de grote es in de winter? Hoe in de zomer?

Hobbel tegen de noorderwind

Beschutting is een tweede. Heggen, hobbels en muurtjes bieden net wat extra bescherming tegen de koude noordnoordoosten wind die ongehinderd vanaf de Waddenzee door de boezem van het verdwenen riviertje de Fivel onze tuin aan de noordrand van het dorp binnen rolt.

Koude lucht is zwaar als water en stroomt als ze niet gehinderd wordt naar de meest laag gelegen plaatsen in de tuin. De ondiepe greppeltjes van de regentuin voeren niet alleen overtollige water weg, maar zijn met een beetje mazzel tevens de plek waar de koudste lucht bij nachtvorst naar toe stroomt.

Koukleumen in de kas

Stenen muren die overdag in de zon staan te bakken slaan warmte op en stralen die ’s nachts weer uit. Dat geldt voor de zuidgevels van ons huis, maar ook voor de bakstenen fundering van de kas en het betonpad dat daar ligt. Een gieter of emmer vol water die overdag in de kas staat op te warmen geeft ’s nachts langzaam weer wat warmte af.

Extra vroege aardappels onder mulch

Een laag mulch werkt als een isolerend dekentje en beschermt de vroegste aardappels tegen de nachtvorst. Mulch houdt vocht vast en vocht heeft ook weer zo zijn invloed. Zompige, lage en schaduwrijke plekken in de tuin warmen in het voorjaar minder snel op. Ideaal voor stammetjes met paddestoelenbroed. De grond in verhoogde bakken daarentegen droogt  sneller en warmt ook sneller op. In een koud en nat voorjaar is dat een voordeel. In een hete kurkdroge zomer niet per se. Zo voer ik elke dag een klimaatdiscussie met mezelf. Geen grote hoor. Een hele kleine.

 

 

 

 

 

Bonen

De IJsheiligen hebben het land verlaten

De boon. Zo noemden mijn punk huisgenoot en ik het niet zo smakelijk gerecht dat wij op maandag en dindag altijd aten in ons flatje in Beijum, zo ergens halverwege de jaren 90. Er ging in: gehakt, een bamipakket, twee blikken bruine bonen, een pakje chiliconcarnemix en een blikje tomatenpuree.

In vijfentwintig jaar kan een hoop veranderen, maar mijn liefde voor bonen is gebleven, zowel in de keuken als in de tuin. In de tuin is het nu tijd voor de boon. De ijsheiligen (11 t/m 14 mei) zijn het land uit. Dat betekent dat de kans op nachtvorst praktisch verdwenen is en alles wat vorstgevoelig is de grond in kan en in dat rijtje horen ook de bonen thuis.

Vlinderbloemigen

Een van de redenen om verliefd te worden en te blijven op de boon is de magie die rond hun wortels plaatsvindt. Bonen zijn lid van de plantenfamilie van de vlinderbloemigen, de leguminosae in het latijn Deze plantenfamilie heeft als eigenschap dat ze rond hun wortels innig samenwerken met een bacteriesoort, de Rhizobium, die stikstof vastleggen in de bodem. En deze stikstof is weer een van de belangrijkste voedingsstoffen voor de plant. Een briljante plantenfamilie dus, die arme grond weer vruchtbaar kan maken.

In de tuin kan je gebruik maken van deze mooie eigenschap van  de familie van de vlinderbloemigen, waartoe ook bijvoorbeeld erwten, peulen, klaver en lupine behoren. Sla houdt van stikstof en past dus prima in de ruimte tussen je bonenstaken.

De Drie Gezusters

Las Tres Hermanas: de cominatieteelt van bonen, mais en pompoen
Las Tres Hermanas: de cominatieteelt van bonen, mais en pompoen

Een andere combinatie wordt de Drie Gezusters genoemd. In deze combinatie teel je stokbonen samen met mais en pompoen. Deze drie planten profiteren van elkaar. Mais en pompoen kunnen veel stikstof gebruiken en die krijgen ze van de bonen. De bonen willen klimmen en dat kunnen ze prima langs de steel van de maisplant. De pompoen is een bodembedekker. Door zijn grote bladeren zorgt hij ervoor dat onkruid minder kans heeft en er een microklimaat ontstaat waardoor de bodem minder snel uitdroogt. Bovendien beschermen de stekelige bladeren van de pompoen de bonen en het mais tegen al te vraatzuchtig gespuis. Drie planten met elkaar aanvullende eigenschappen, die het gezamenlijk beter doen dan in hun eentje. Briljant niet? Wederom niet ontwikkeld in Wageningen of door onze vrienden van de agrochemische-industrie, maar elders in de wereld. In dit geval door de oorspronkelijke inwoners van Noord-Amerika.

In de moestuin heb ik de Drie Gezusters nog niet eerder uitgeprobeerd. Tijd voor een experimentje dus.

Wordt vervolgd…